Geanimeerde interactieve Molencontactdag De Hollandsche Molen

De jaarlijkse Molencontactdag van De Hollandsche Molen had deze keer plaats op 17 november in het Spoorwegmuseum in Utrecht. In het sfeervolle theaterzaaltje van het museum woonden zo’n 80 moleneigenaren, -stichtingen en -verenigingen en andere betrokkenen uit het molenveld de bijeenkomst bij. Er was een gevarieerd en vooral ook interactief programma samengesteld. Bij elk programma-onderdeel kregen de bezoekers volop de gelegenheid om hun mening te geven en onderling ideeën uit te wisselen. Hiervan werd ook volop gebruikgemaakt en zo ontstond er een geanimeerde bijeenkomst.

In de ochtend gaf Nicole Bakker, directeur van De Hollandsche Molen een uitgebreide toelichting op de komende stelselherziening. Hierbij werden de aanwezigen o.m. uitgenodigd om zelf per provincie aan te geven op welke terreinen het accent moet komen te liggen bij de lobby voor extra geld voor molens. In het regeerakkoord staat dat er voor monumentenzorg 325 miljoen extra beschikbaar is gesteld. Vervolgens was het woord aan Mark Ravesloot, adviseur Molens van De Hollandsche Molen, die uitvoerig inging op het thema Veiligheid. Hij peilde met stellingen de stand van zaken van en de meningen in het veld over dit belangrijke onderwerp. Na de lunch gaf Nicole Bakker een korte rondleiding in de wereld van het crowdfunden via het Molenfonds. Zij gaf de microfoon vervolgens aan Ingeborg Pouwels. Hoewel zij vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd niet meer in dienst is van De Hollandsche Molen gaat zij wel namens de vereniging ‘het land in’ om de e-learning cursus ‘Vrijwilligers werven’ in het veld te introduceren. Zij gaf een presentatie over wat deze cursus gaat inhouden. De bijeenkomst werd afgesloten door Ellis Buis. De communicatie- en marketingadviseur in de culturele sector, ging in gesprek met de zaal over wat je kunt doen of juist niet kunt doen om zoveel mogelijk mensen naar je molen te krijgen.

Hieronder vindt u de presentaties van de Molencontactdag 2017.

1. Voortgang kabinetsformatie en stelselherziening door Nicole Bakker

2. Veiligheid door Mark Ravesloot

3. Crowdfunding door Nicole Bakker

4. E-learning Vrijwilligers werven door Ingeborg Pouwels

5. Marketing van Molens door Ellis Buis

 

 

Molenmaker Max Beijk wint Jong Monumententalentprijs

Max Beijk is het Jong Monumententalent van 2017. De prijs werd op 9 november tijdens het Nationaal Monumentencongres in Leeuwarden uitgereikt door Susan Lammers, jury-voorzitter en directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Max krijgt een gepersonaliseerd ontwikkelingstraject aangeboden door het Mondriaan Fonds. Op jonge leeftijd gaf de nu 27-jarige Max Beijk al leiding aan een complexe restauratie van een molen. Inmiddels heeft hij tientallen projecten uitgevoerd en is zijn talent onmiskenbaar. Hij is een ondernemende en innovatieve speler in het traditionele ambacht van molenmaker. Het vak kreeg hij met de paplepel ingegoten als de derde generatie van molenmakers.

Eigen weg
De jury is positief dat hij een eigen weg kiest in het ambacht en zich een innovatieve molenmaker toont. Max werkt met nieuwe technieken, neemt grote uitdagende restauraties aan en heeft binnen zijn bedrijf een goede mix van ervaren molenmakers en jong talent. Hij maakt daarbij inhoudelijk gedurfde keuzes op het gebied van terughoudend restaureren die niet altijd voor de hand liggen in de molenwereld.

Investeren in ambachtsopleidingen
Duurzaamheid bij restauratie vind ik heel belangrijk en dat vraagt van mij, als jonge ondernemer, echt visie die ik overbreng op mijn team’, vertelt Max. ‘Ik vind het heel belangrijk dat de overheid investeert in goede ambachtsopleidingen. Samen restaureren we zo’n 60 tot 70 molens in Nederland per jaar. We hebben veel werk, maar het is heel moeilijk om goede mensen te vinden. Ik heb veel vrienden die een ‘event’-opleiding deden, maar nu geen job hebben, terwijl ik personeel nodig heb maar geen mensen kan vinden die verstand hebben van timmeren, laat staan van restaureren.’

Over Jong Monumententalent
Deze prijs is ingesteld om jong talent in de monumentensector in de schijnwerpers te zetten en frisse ideeën en nieuwe energie met elkaar te delen en is nu een initiatief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De prijs bevordert de verbinding van generaties in de erfgoedsector en genereert positieve (publicitaire) aandacht voor cultureel erfgoed en jonge professionals.
(Foto: Joost Enkelaar)

 

Molenaarsambacht genomineerd voor de ‘Representative List’ van UNESCO

Het ambacht van molenaar op wind- en watermolens, is de eerste voordracht van het Koninkrijk der Nederlanden voor de Representative List van het UNESCO-Verdrag inzake de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed. De voordracht werd ingediend begin 2015 en de besluitvorming hierover wordt afgerond eind 2017.

Het molenaarsambacht heeft Nederland gemaakt tot wat het is. Sinds de Middeleeuwen werden wind- en poldermolens gebruikt om land in te polderen in de beneden de zeespiegel gelegen Lage Landen bij de zee. Daarnaast zorgden de molens ook voor industriële vernieuwing. De door de molens opgewekte wind- en waterenergie wordt tot op de dag van vandaag gebruikt om graan te malen, voor de productie van mosterd en lijnolie, maar bijvoorbeeld ook om de zagen in een houtzaagmolen aan te drijven.
In de film die bij de UNESCO voordracht is gevoegd worden enkele molenaars gevolgd in hun dagelijkse activiteiten en zij vertellen over het belang van het molenaarsambacht voor de Nederlandse samenleving.

Om de film te bekijken klik hier

Samenwerking
Het is al weer twee jaar geleden dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens de Nederlandse regering besloot om het molenaarsambacht internationaal voor te dragen. De Molenaarsgilden en vereniging De Hollandsche Molen werden gevraagd om onder begeleiding van het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed de voordracht voor te bereiden. Er werd een werkgroep gevormd waaraan naast Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, het Gild Fryske Mounders, het Ambachtelijk Korenmolenaars Gilde en Vereniging De Hollandsche Molen, ook het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het ministerie van OCW deelnamen.

Lees meer