Financiering

Voor de financiering van het onderhoud van molens zijn verschillende bronnen. Van belang daarbij is wel wat subsidiabel is en wat niet. Onderhoud aan het monument is in de regel wel subsidiabel, maar bijvoorbeeld organisatie- en verzekeringskosten zijn dat niet. Maatstaf is in de regel wat de rijksoverheid aan subsidiabele kosten vaststelt in het kader van de Sim. Hiervoor is een leidraad opgesteld door de rijksoverheid.

  1. Rijkssubsidie
    De Sim bepaalt dat voor molens een subsidie van 60% van maximaal € 60.000 aan onderhoudskosten over een periode van zes jaar mogelijk is. Komt u in aanmerking voor de instandhoudingssubsidie? Dan kunt u deze van 1 februari tot en met 31 maart, voor een instandhoudingsperiode van 6 jaar aanvragen. U kunt uw aanvraag digitaal indienen, via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Binnen 22 weken gerekend vanaf 31 maart krijgt u bericht en bij een positieve beslissing een SIM-beschikking. De subsidie gaat in in het jaar volgend op de aanvraag. Voorafgaand aan een beslissing kan de RCE aanvullende informatie opvragen. Voor meer informatie: www.monumenten.nl.
  2. Provinciale subsidie
    Een aantal provincies verleent ook onderhoudssubsidies, soms gekoppeld aan de Sim-subsidie, maar soms ook zelfstandig. Provinciale onderhoudssubsidies bestaan momenteel in Friesland, Overijssel, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Utrecht en Limburg. Daarnaast kunnen molens in de provincie Zeeland en Zuid-Holland een draaipremie ontvangen op basis van het aantal omwentelingen van de molen. Op de diverse sites van de provincies is meer informatie te vinden.
  3. Gemeentelijke subsidie
    Ook een aantal gemeenten verleent een aanvullende onderhoudssubsidie. Dit zijn vaak kleinere bedragen als aanvulling op de SIM. Ook zijn er gemeenten die regelingen hebben voor bijvoorbeeld educatie of andere aan de molen gerelateerde activiteiten. Deze dragen bij aan versterking van de molen in de samenleving en lokale betrokkenheid. Het is altijd zinvol om de lokale politiek te betrekken bij activiteiten op en rond de molen. Nodig daarom de gemeenteraad of het College van Burgemeester en Wethouders eens uit om bijvoorbeeld een Molendag te openen of te laten zien wat je voor een dorp of stad doet.
  4. Overige inkomsten
    1. huurinkomsten van bewoonde molens
    2. verkoop van producten in bv. de molenwinkel
    3. donateurs, sponsors en andere reguliere financiers
    4. tijdelijke acties, zoals crowdfunding. Dit kan via www.molenfonds.nl
    5. eigen vermogen molenorganisatie, bv. door ontvangen legaat of nalatenschap
    6. bijdragen van waterschappen voor de inzet van poldermolens bij wateroverlast