Begroting

Degene die het restauratiebestek opstelt, maakt in de regel ook een begroting. Let op: dat is een staat van kosten die door hem of haar wordt opgesteld, het is geen offerte van de molenmaker of aannemer. Een dergelijke ‘architectenbegroting’ is in de regel als volgt opgebouwd:

  • Per werkzaamheid is het aantal noodzakelijke uren en materiaalkosten vermeld.
  • Werkzaamheden door derden of onderaannemers uit te voeren of werkzaamheden die door  hun aard moeilijk te begroten zijn, worden als stelposten opgevoerd.
  • Aan de specificatie per werkzaamheid wordt een totaaltelling toegevoegd van materiaalkosten en aantal uren. De uren worden vermenigvuldigd met het uurloon, in de regel wordt daarbij met subsidiabele uurloon als vastgesteld door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aangehouden.
  • Op basis van de totale kosten van materiaal en uren worden de staartkosten berekend. Deze bestaan uit:
    • algemene bouwplaatskosten
    • algemene kosten
    • winst en risico
    • post onvoorzien
    • directiekosten (opstellen restauratiebestek en/of directiekosten)
    • leges en CAR-verzekering
  • Tenslotte wordt de BTW berekend indien de eigenaar niet BTW-plichtig is. Bij bewoonde molens kan er dan nog sprake zijn van een hoog en laag Btw-tarief.

In veel gevallen voegt de opsteller van bestek en begroting ook een begroting van mogelijke inkomsten toe. Dit leidt tot een financieringsschema, dat leidraad is bij het aanvragen van subsidies, bijdragen van fondsen, etc. Meer hierover op de pagina Financiering.